General Notepredikant Nieuw-Loosdrecht van 1611-1628 (als opvolger van de in 1611 ontslagen Nicolaas Bodecherus (1577-ca. 1644)); geb. te Amersfoort en studeerde theologie achtereenvolgens aan universiteiten Leiden, Heidelberg, Genève en opnieuw Heidelberg; van 1596-1606 predikant te Landsmeer, om tussen 1606-1611 weer in Leiden te studeren; werd in 1619/20 verdacht van remonstrantse sympathieën maar dit kon niet worden aangetoond; deed vervolgens invalbeurten in de gereformeerde kerk in Loenen (nadat aldaar Hermannus Montanus (ca. 1585-1639) was ontslagen wegens remonstrantse gezindheid) en in Naarden
vert. in 1622 een meetkundeboek (vanuit het Latijn in het Nederlands)
General Notepredikant Nieuw-Loosdrecht van 1611-1628 (als opvolger van de in 1611 ontslagen Nicolaas Bodecherus (1577-ca. 1644)); geb. te Amersfoort en studeerde theologie achtereenvolgens aan universiteiten Leiden, Heidelberg, Genève en opnieuw Heidelberg; van 1596-1606 predikant te Landsmeer, om tussen 1606-1611 weer in Leiden te studeren; werd in 1619/20 verdacht van remonstrantse sympathieën maar dit kon niet worden aangetoond; deed vervolgens invalbeurten in de gereformeerde kerk in Loenen (nadat aldaar Hermannus Montanus (ca. 1585-1639) was ontslagen wegens remonstrantse gezindheid) en in Naarden
vert. in 1622 een meetkundeboek (vanuit het Latijn in het Nederlands)